Bij een MRI scan voor prostaatscreening hangt het gebruik van contrastvloeistof af van de indicatie en het gewenste diagnostische detail. Volgens Ming Han, radioloog bij het MRI Centrum, wordt de detectie van tumoren voornamelijk gedaan met T2-gewogen beelden en diffusion-weighted imaging (DWI/ADC). Wanneer het vermijden van een onduidelijke PI-RADS 3-classificatie gewenst is, kan contrast een waardevolle aanvulling zijn. Het helpt om een laesie preciezer te classificeren als PI-RADS 2 of 4.
Verschillen tussen een MRI zonder en met contrastvloeistof
MRI scan zonder contrastvloeistof (multiparemetric MRI - biparametrisch)
- Meestal voldoende voor screening en detectie van klinisch significante prostaatkanker;
- Gebruikt T2-gewogen, diffusion-weighted imaging (DWI) en ADC-mapping;
- Geeft geen risico op contrastallergieën of nefrotoxiciteit;
- Kortere scanduur en lagere kosten;
- PI-RADS-classificatie kan meestal goed worden toegepast.
MRI scan met contrastvloeistof (multiparemetric MRI - triparametrisch)
Toevoeging van DCE (Dynamic Contrast Enhancement) met gadolinium;
- Kan helpen bij twijfelachtige laesies, vooral PI-RADS 3;
- Nuttig voor lokalisatie van tumor bij eerdere negatieve biopten;
- Beter voor evaluatie van extracapsulaire uitbreiding en lymfekliermetastasen.
Conclusie: Voor de meeste patiënten die een MRI ondergaan voor prostaatkanker-screening of primaire detectie, is een MRI zonder contrast meestal voldoende. Contrast wordt met name gebruikt in gevallen waarbij de beelden zonder contrast onvoldoende duidelijkheid geven, zoals bij twijfelachtige laesies (PI-RADS 3), stadiëring van de tumor of wanneer een agressievere vorm wordt vermoed.